Zowel het ouderdomspensioen als het partnerpensioen dat tot de datum van de echtscheiding was opgebouwd, werden in de verdeling betrokken. Dat geldt ook voor het deel van het ouderdomspensioen dat al voor het huwelijk was opgebouwd. Van beide pensioensoorten werd de waarde op het moment van echtscheiding bepaald. Ieder had recht op de helft. Degene die het pensioen niet had opgebouwd, kreeg in elk geval de waarde van het bijzonder partnerpensioen toebedeeld. De pensioenuitvoerder houdt dat administratief gescheiden voor de ex-partner. Daarnaast werd de waarde van het bijzonder partnerpensioen aangevuld tot 50% van de totale waarde met een deel van de waarde van het ouderdomspensioen. Degene die het pensioen had opgebouwd, kreeg de rest van de waarde van het ouderdomspensioen.
Voor mensen die niet konden afrekenen op het moment van echtscheiding, werd een zogenaamd voorwaardelijk recht op ouderdomspensioen overeengekomen. Op het moment dat degene die het ouderdomspensioen had opgebouwd met pensioen ging, kreeg de ex-partner daar een stuk van (met indexatie). De berekening van het uit te keren pensioen, de berekening van de indexatie en ook het berekenen van een afkoopsom van het in de toekomst uit te keren pensioen is complex. Wij kunnen deze berekeningen maken en voorzien van een duidelijke toelichting.
© 2025 Get Smart|E-colofon|Leveringsvoorwaarden|Avg