Dit is de persoon die begunstigde is voor een nog niet ingegaan pensioen. Naast de (gewezen) deelnemer is dit ook de begunstigde voor een partner- of een wezenpensioen.
Het herrekenen van aanspraken bij een (gedeeltelijk) gewijzigde ingangsdatum of omzetting in een andere pensioensoort, rekening houdend met de actuariële grondslagen. Vanaf 1 januari 2002 dient de herrekening op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid plaats te vinden voor de opgebouwde rechten vanaf deze datum of voor het geheel indien dit in het pensioenreglement zo is bepaald.
Wanneer een contante waarde van een reeks toekomstige uitkeringen moet worden bepaald, maakt de actuaris gebruik van actuariële grondslagen, zoals de rekenrente of de marktrente, de kansstelsels (onder meer ster fte-kansen, arbeidsongeschiktheids- en revalidatiekansen, frequenties van gehuwd zijn, soms ook toekomstige salarisontwikkeling of toeslagbeleid) en kostenopslagen (bijvoorbeeld voor administratiekosten en/of uitbetalingkosten).
De contante waarde van een reeks toekomstige uitkeringen of bijdragen berekend op basis van actuariële grondslagen.
Aanduiding voor de pensioenaangroei die in een kalenderjaar heeft plaatsgevonden. Ter bepaling van de lijfrentepremieaftrek in enig kalenderjaar moet bij de bepaling van de jaarruimte rekening worden gehouden met de pensioenaangroei in het voorafgaande kalenderjaar betreffende ouderdomspensioen.
De afkoopwaarde is het bedrag dat ineens wordt uitgekeerd ter vervanging van een verplichting om in de toekomst een serie betalingen te doen (afkoop). De Pensioenwet verbiedt afkoop in vrijwel alle gevallen. Er zijn echter een paar uitzonderingen:
Lees verderHet verlagen van pensioenaanspraken en pensioenrechten.
Jaarlijks publiceert het CBS 'sterftetafels' die zijn gebaseerd op waarnemingen van sterfte in de bevolking uit het verleden. Om die sterftetafels geschikt te maken voor actuarieel gebruik worden ze aangepast door het Actuarieel Genootschap. Deze aangepaste tafels heten AG-tafels.
De Anw is sinds 1 juli 1996 de vervanger van de Aww (Algemene weduwen- en wezenwet). Het is een volksverzekering, die geldt voor alle ingezetenen van Nederland en degenen die in dienst zijn van een Nederlandse werkgever. De Anw voorziet in uitkeringen bij overlijden van een verzekerde aan de man of vrouw met wie de verzekerde was gehuwd of ongehuwd samenwoonde. Tevens kent de Anw een uitkering voor de ex-echtgeno(o)t(e) ten opzichte van wie de overleden verzekerde een alimentatieplicht had en voor kinderen die door het overlijden van een verzekerde gedeeltelijk ouderloos zijn geworden. Het recht op een Anw-uitkering is afhankelijk van leeftijd en, met uitzondering van de uitkering voor wezen, afhankelijk van de gezinssamenstelling en mate van arbeids(on)geschiktheid van de nabestaande uitkering. Een eventueel eigen inkomen is van invloed op de hoogte van de Anw-uitkering.
De Aow is een volksverzekering, die geldt voor alle ingezetenen van Nederland en voor degenen die in dienst zijn van een Nederlandse werkgever en wordt gefinancierd door middel van het omslagstelsel. De AOW voorziet in uitkeringen bij ouderdom. De uitkeringen gaan in op de eerste dag van de maand waarin de verzekerde de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. De hoogte van de uitkeringen is niet afhankelijk van het loon dat gedurende een eventuele loopbaan is verdiend, maar is afhankelijk van het aantal jaren men verzekerd is (geweest), de burgerlijke staat en de gezinssituatie waarin de verzekerde verkeert.
Uitkeringen uit hoofde van de wettelijke sociale zekerheid kunnen samenlopen met uitkeringen op grond van een pensioenregeling. Het bekendste voorbeeld daarvan is de samenloop van ouderdomspensioen dat ingaat vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, met een Wao- of Wia-uitkering. Ter voorkoming van een dergelijke samenloop (cumulatie) worden in pensioenregelingen zogeheten anticumulatiebepalingen opgenomen. De anticumulatiebepaling in de pensioenregeling zorgt ervoor dat de pensioenuitkeringen verminderd worden met de uitkeringen uit hoofde van de wettelijke sociale zekerheid. Het opnemen van een dergelijke bepaling is overigens niet verplicht.
Geeft het verschil aan tussen de uitkering die kon worden verkregen uit hoofde van de Aww en de uitkering die een nabestaande uit hoofde van de Anw verkrijgt.
Na een overlijden hebben de partner en/of kinderen mogelijk recht op een wettelijke uitkering van de overheid. Dat is geregeld via de Algemene nabestaandenwet (Anw). De achterblijvende partner kan in aanmerking komen voor een Anw-uitkering als hij of zij jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd en is geboren voor 1950 of een kind heeft dat jonger is dan 18 jaar of als hij of zij voor ten minste 45% arbeidsongeschikt is. De Anw-uitkering voor kinderen staat los van het inkomen van de partner.
Sinds 1 januari 2015 is de partnertoeslag aan mensen met een Aow-uitkering met een partner die jonger is dan 65 jaar komen te vervallen. Voor personen die zijn geboren op of na 1 januari 1950 en dus op of na 1 januari 2015 de 65-jarige leeftijd bereiken, kan het gezamenlijke inkomen hierdoor tijdelijk lager worden. Dit wordt het Aow-gat genoemd. De grootte van dit gat is afhankelijk van het leeftijdsverschil tussen beide partners.
Vanaf de pensioengerechtigde leeftijd ontvangt iedereen van de overheid een Aow-uitkering. Deze uitkering kan worden beschouwd als een basisinkomen. De hoogte van deze uitkering hangt af van de persoonlijke omstandigheden. Wie tussen het vijftiende levensjaar en de pensioengerechtigde leeftijd in het buitenland heeft gewoond, ontvangt mogelijk minder AOW. Een eventueel pensioen ontvangt men bovenop de AOW.
Deze pensioenvorm voorziet in uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. Vaak fungeren deze als aanvulling op de uitkeringen krachtens de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Arbeidsongeschiktheidspensioen eindigt uiterlijk op de pensioenleeftijd.
Een arbitraal geding verloopt sneller dan een geding bij de gewone rechter. Voorts is een arbitraal geding informeler dan bij de gewone rechter: er wordt meer spreektaal en minder vakjargon gesproken. Een voordeel is ook (bijvoorbeeld als bedrijfsgeheimen op het spel staan) dat een arbitraal geding en het daaropvolgende arbitraal vonnis veelal niet openbaar zijn, terwijl bij de gewone rechter de zitting en de uitspraak openbaar zijn. Hoe verloopt de procedure?
Lees verder...Indien partijen bij een pensioengerelateerde zaak het onderling niet eens kunnen worden, is arbitrage een optie. Dat kan alleen als beide partijen daarmee instemmen. Vanaf het moment dat partijen een arbitrageovereenkomst sluiten, zijn ze daaraan gebonden, ook al is één van de partijen achteraf teleurgesteld over de uitspraak van de arbiter. De arbiter functioneert als een soort 'rijdende rechter'. Bij arbitrage zullen partijen de kosten van de arbiters moeten betalen. Dit is vrijwel het enige nadeel van arbitrage ten opzichte van een procedure bij de gewone rechter. (Zie ook: Bindend advies.)
© 2024 Get Smart|E-colofon|Leveringsvoorwaarden|Avg