Verhoging van pensioenaanspraken over achterliggende dienstjaren bij verhoging van de pensioengrondslag. Deze verhoging van pensioenaanspraken komt voor in eindloonregelingen. Vanwege de kostbaarheid van de affinanciering van de backservice zijn vanaf 2004 veel eindloonregelingen omgezet in een middelloonregeling.
Het deel van het totale pensioen dat betrekking heeft op verstreken jaren van deelneming.
De contante waarde van het gedeelte van de backserviceverplichtingen, dat nog niet is gefinancierd met koopsom- of premiebetalingen aan een pensioenfonds of levensverzekeraar. De term ‘backservicereserve’ wordt gebruikt om een bepaalde reservering op de balans van een onderneming mee aan te duiden.
De verplichtingen met betrekking tot de backservicepensioenen. In de fiscale sfeer wordt met backserviceverplichtingen ook wel bedoeld: dat gedeelte van het totale backservicepensioen, dat nog niet met betaling van koopsommen of premies is gefinancierd.
Een bedrijfstakpensioenfonds voert een pensioenregeling uit voor één of meer bedrijfstakken. In principe zijn alle werknemers en soms ook een aantal zelfstandigen uit die bedrijfstakken voor hun pensioen verzekerd bij dit bedrijfstakpensioenfonds. Bij een bedrijfstakpensioenfonds zijn in beginsel alle werkgevers aangesloten. Soms zijn die werkgevers volgens een cao verplicht om zich aan te sluiten, maar meestal zijn ze verplicht krachtens de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. In de Vrijstellingsregeling Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 is een aantal gevallen opgenomen waarin een werkgever zich niet bij het bedrijfstakpensioenfonds hoeft aan te sluiten. Het bedrijfstakpensioenfonds voert één verplichte pensioenregeling uit voor alle werknemers in de bedrijfstak tegen een doorsneepremie.
De datum vanaf wanneer de opbouw van kapitaal in de pensioenregeling is begonnen.
De datum vanaf wanneer er pensioen wordt opbouwd in een pensioenregeling. Die kan afwijken van de datum indiensttreding.
Aanwijzing van de gerechtigde op toekomstige uitkeringen van pensioen of levensverzekering.
Het pensioen dat een deelnemer zou kunnen behalen, als deze tot de pensioenleeftijd aan de pensioenregeling van zijn werkgever zou blijven deelnemen. Hierbij wordt verondersteld dat de berekeningsgrondslagen in die periode gelijk blijven.
Het basisbedrag voor de berekening van het pensioen.
Pensioenfonds voor beoefenaren van een bepaald beroep, zoals notarissen, huisartsen, apothekers en verloskundigen. Als een beroepspensioenfonds aanwezig is, zijn alle beroepsgenoten verplicht om zich bij dat beroepspensioenfonds aan te sluiten. Het is ook mogelijk dat er geen beroepspensioenfonds is opgericht, maar dat er een rechtspersoon in het leven is geroepen die er op toeziet dat beroepsgenoten een bepaalde basispensioen-regeling voor zichzelf treffen bij een levensverzekeraar. Op beroepspensioenregelingen is voor wat betreft de inhoud van een beroepspensioenregeling niet de Pensioenwet van toepassing, maar de Wet verplichte beroepspensioenregeling (voorheen de Wet verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling).
De premie die beschikbaar is en die wordt gebruikt om pensioenkapitaal op te bouwen.
Dit is een leeftijdsafhankelijk of een vast percentage van de pensioengrondslag. In het pensioenreglement staan de percentages per leeftijdscategorie.
Een vastgestelde uitkering bij overlijden van de werknemer of gewezen werknemer voor de gewezen echtgenoot, de gewezen geregistreerde partner of gewezen partner (na een scheiding). Artikel 57 van de Pensioenwet gaat over de verdeling van het partnerpensioen bij een scheiding. Dit wetsartikel ziet toe op de toedeling van het partnerpensioen voor alle partners die aan de voorwaarden voldoen die in het pensioenreglement staan. Dit geldt ook voor ongehuwden. Indien er voor gespaard is, zal er na de echtscheiding een recht zijn. Dit is niet het geval indien het op basis van risico is verzekerd.
Pensioenregeling, waarin de hoogte van het pensioen afhankelijk is van de krachtens de pensioenregeling beschikbaar gestelde premies en over het totaal hiervan behaalde beleggingsopbrengsten. Het aldus opgebouwde pensioenkapitaal, verminderd met de kosten van de pensioenregeling, wordt op de pensioendatum omgezet in een recht op periodieke pensioenuitkeringen. Met behulp van actuariële grondslagen en methoden wordt de precieze hoogte van het pensioen vastgesteld. Deze regeling wordt ook wel 'defined contribution' genoemd.
Een bindend advies vertoont veel verwantschap met arbitrage. Het bindend advies kan een rol spelen bij de beslechting van geschillen, bij de 'invulling van een lacune' in de rechtsverhouding tussen partijen en op de vaststelling van de kwaliteit van bepaalde zaken. Ook een bindend advies moet door partijen overeengekomen worden. Dit kan zowel voordat een geschil tussen partijen bestaat alsook nadat een geschil tussen partijen is ontstaan. Een bindend advies kan door de rechter slechts terzijde worden gesteld indien deze tot het oordeel komt dat geen redelijk handelend bindend adviseur had kunnen komen tot de beslissing waar het om gaat. Ook als bepaalde fundamentele beginselen van procesrecht, zoals het beginsel van hoor en wederhoor, zijn geschonden, kan het bindend advies terzijde worden gesteld. (Zie ook: Arbitrage.)
Voor scheidingen die plaatsvonden tussen 27 november 1981 en 1 mei 1995, waren regels van kracht met betrekking tot pensioenen, die voortvloeiden uit dit arrest van de Hoge Raad. De op de scheidingsdatum opgebouwde pensioenaanspraken maakten deel uit van de te scheiden boedel bij echtscheiding en bij ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. Deze zogenaamde verrekening van pensioenaanspraken vond plaats indien al of niet overeengekomen huwelijkse voorwaarden daartoe aanleiding gaven. Er diende sprake te zijn van enige mate van vermogensgemeenschap. Als gevolg van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding is dit arrest van de Hoge Raad (27 november 1981, NJ 1982, 503) niet meer van toepassing voor scheidingen na 1 mei 1995.
Een regeling, waarbij de fiscale maxima worden overschreden.
Omrekening naar een bruto bedrag of uitkering, waarbij een (gelijkblijvend) netto bedrag of netto uitkering het uitgangspunt is. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met de verschuldigde belasting.
© 2024 Get Smart|E-colofon|Leveringsvoorwaarden|Avg
