Verdeling van tijdens het huwelijk opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen volgens de systematiek van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Zie ook: conversie.
Lees verderBij echtscheiding hebben partijen ieder recht op de helft van de tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioenen. Het partnerpensioen dat bij overlijden van degene die het pensioen heeft opgebouwd uitkeert, wordt na de echtscheiding een bijzonder partnerpensioen.
Begrip in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding ter aanduiding van de (ex-)partner van een persoon met pensioenaanspraken die worden verevend.
Begrip dat in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding wordt gehanteerd voor de persoon die zelf de pensioenaanspraken heeft opgebouwd, die als gevolg van deze wet worden verevend.
Dit is een berekening van het pensioenkapitaal op basis van het rendement dat op het pensioenoverzicht staat. Dit is een voorbeeldrendement. Het daadwerkelijke rendement hangt af van de koersontwikkelingen van de beleggingen. Het uiteindelijke bedrag kan dus hoger of lager zijn. Bij deze berekening gaat de pensioenuitvoerder ervan uit dat de betrokkene blijft werken en dat tot de pensioendatum de premies betaald worden. De premie stijgt naarmate de betrokkene ouder wordt. Dit is meegenomen in de berekening van het voorbeeldkapitaal. Hoe de premie stijgt, staat in het pensioenreglement.
Indien partijen ieder hun eigen ouderdomspensioen behouden, zal er een verschil ontstaan qua waarde van het ouderdomspensioen ten opzichte van de standaard wettelijke verdeling. Degene die daarbij minder krijgt, wordt gecompenseerd met een brutogeldbedrag door de partij die meer krijgt. Dit bedrag noemen we de verrekeningswaarde.
Dit is een berekening van het pensioenkapitaal op pensioendatum op basis van het rendement dat op het pensioenoverzicht staat. Dit is een voorbeeldrendement. Het daadwerkelijke rendement hangt af van de koersontwikkelingen van de beleggingen. Het pensioenkapitaal kan dus hoger of lager zijn.
Een regeling van Vervroegde Uittreding uit het arbeidsproces vóór de reglementaire pensioendatum, op vrijwillige basis. Rechten uit een vut-regeling worden in de regel niet veilig gesteld (zoals pensioenen). Werknemers kunnen dus geen ‘vut-rechten’ opbouwen. Vut-uitkeringen worden jaarlijks in omslag of rentedekking gefinancierd. Daardoor kan het voortbestaan van een VUT-regeling vrij sterk afhangen van de gang van zaken in de desbetreffende onderneming of bedrijfstak. In fiscaal opzicht is een beperkte vorm van kapitaaldekking toegestaan als vut-regelingen in eigen beheer worden gehouden. In de vijftien jaar die voorafgaan aan de vut-ingang, mag er geleidelijk een voorziening worden aangelegd. Hierbij wordt rekening gehouden met renteopbrengsten, vut-deelnamekansen en blijfkansen. De fiscale begunstiging voor vut-regelingen is met ingang van 1 januari 2006 komen te vervallen, behoudens voor werknemers die op 31 december 2004 55 jaar of ouder waren. Wel zal dan voldaan moeten worden aan actuariële oprenting indien de ingangsdatum wordt uitgesteld wegens doorwerken. Dit wordt ook wel de spaar-vut genoemd.
© 2024 Get Smart|E-colofon|Leveringsvoorwaarden|Avg